From heaven to hell

Ik wist meteen dat er iets niet klopte. Nog voor ik mijn kersverse baby kon beginnen bewonderen, was er iets in mij die voelde dat er iets mis was. Ik weet nog dat ik wilde zeggen “Nee, er klopt iets niet…”, maar voor ik deze woorden kon uitspreken werd Lucie van me weggetrokken door mijn vroedvrouw. Het zou vier weken duren voor ik mijn dochtertje weer zo dicht bij mij kon nemen…

Ik zag hoe de vroedvrouw enkele meters verderop ons kleine meisje op het verzorgingskussen legde en hoorde haar iets zeggen over “een slechte start”. Zelf als kinderverpleegkundige dacht ik op dat moment dat er waarschijnlijk wat slijmpjes in de weg zaten, en dat we binnen een paar  ogenblikken een schattig babyhuiltje zouden horen. Maar dit gebeurde niet. De vroedvrouw bleef maar bezig en mijn gynaecoloog liep naar haar toe. Ik hoorde hen zeggen dat de apgarscore 1 was (of 2, hoe dan ook heel slecht). Mijn man had tot nu toe niet echt door dat er iets niet juist was. Achteraf hebben we nog honderden keren over de geboorte van ons dochtertje nagepraat. Mijn man dacht dat dit de normale gang van zaken was: baby even bij mama op de borst, en daarna mee met de vroedvrouw om alles te controleren. Maar doordat ik de apgarscore hoorde, wist ik genoeg. “Jens, je moet nu naar haar toe gaan en blijf bij haar!!”, zei ik in paniek. Onwetend wat hij zou te zien krijgen, nam mijn man nog snel zijn fototoestel erbij. Om, aangekomen bij ons dochtertje, haar helemaal blauw aan te treffen. Een beeld dat voor hem op zijn netvlies gebrand staat voor de rest van zijn leven. Als we hierover praten krijgt mijn man het nog steeds moeilijk. En ook al heb ik het niet zelf gezien, door de gedetailleerde beschrijving die mijn man me geeft, zie ik het ook voor mij. Mijn man zag hoe de gynaecoloog ons dochtertje hartmassage toediende en de vroedvrouw haar beademde met een ballon. Het zijn de verschrikkelijkste beelden die je als papa voor je kunt zien. Hij voelde zich zo machteloos.

Hierna zijn mijn herinneringen één grote waas. Een film, waarin ik zowel de beelden voor mijn ogen krijg die ik toen zelf zag, maar waarin ik ook mezelf zie liggen op de verlostafel, alsof ik een toeschouwer ben. Ik zie mezelf daar liggen, mijn benen nog in de beugels, uitgeput, hysterisch aan het roepen. Ik wilde weg van die tafel, naar mijn kindje toe. Voor we het wisten kwam de kinderarts van wacht erbij. Het ging zo snel, het lijkt wel alsof ze uit de hemel kwam vallen. Lucie werd meegenomen naar een kamertje naast de verloskamer, de “reanimatiekamer”. Ik krijg kippenvel bij het woord alleen al. Mijn gynaecoloog kwam terug bij mij en mijn man ging mee met onze dochter. De studente, die mij zo goed begeleid had tijdens de arbeid en bevalling, was ook nog bij mij.

“Ik moet nu eerst voor jou zorgen, Isabelle”, zei mijn gynaecoloog me. Ik was verdoofd, het kon mij absoluut niet schelen wat ze nog met mij zou uitvoeren. Blijkbaar wilde mijn placenta er niet zo gemakkelijk uit omwille van een te volle blaas. Ik werd gehecht en terwijl schoot er vanalles door mijn hoofd. Ik besefte plots dat mijn kindje meegenomen was naar een andere kamer en we nog niet eens verteld hadden hoe ze zou heten. Ergens vol trots vertelde ik mijn gynaecoloog en de studente dat ons dochtertje “Lucie” zou heten. Even later kwam er een andere vroedvrouw bij me die me vroeg of het zou lukken om me te douchen of dat ik liever wat hulp zou krijgen. Ik voelde me alsof ik gewoon niet meer wist hoe ik eraan zou moeten beginnen om mezelf te wassen en vroeg dus wat hulp en verontschuldigde me hiervoor. Waarom weet ik niet, maar de uren erna zei ik voor alles “sorry”. Alsof ik me moest verontschuldigen voor de heisa die ontstaan was op de afdeling. Ik weet nog dat ik me als een pop voelde die gewassen werd en herinner me het ongemakkelijke gevoel van tenen die niet goed afgedroogd werden, maar de kracht om zelf een handdoek te nemen had ik niet. Mijn kleren werden aangedaan, inclusief een borstvoedingsbeha. Dit voelde heel raar aan. Moest ik nu normaal niet zalig met mijn baby skin-to-skin liggen, vol spanning afwachtend of ons kindje zelf de borst zou zoeken en zou beginnen drinken? Wat een contrast… Weg roze wolk. Achteraf hoorde ik van mijn man dat hij tegelijkertijd nog even kon meevolgen wat er met ons kindje gebeurde in die ellendige kamer. De kinderarts vertelde hem dat het haar speet dat ze zich niet met hem kon bezighouden, maar dat onze dochter nu haar prioriteit was. Hij zag hoe ze een kathetertje plaatste in Lucie haar naveltje, voor Jens een gruwelijk en bloederig beeld dat hij ook nog steeds voor zich ziet. Lucie kreeg intussen zuurstof met een maskertje en huilde stilletjes. Voor mij zou het nog vijf weken duren voor ik mijn dochter voor het eerst zou horen huilen. De neonatoloog van Brugge arriveerde en stortte zich in de hele situatie. Daarna moest mijn man de kamer verlaten.

Het leek wel alsof we elkaar een eeuwigheid niet gezien hadden, mijn man en ik. Als ik er nu aan terugdenk, weet ik zelfs niet of we iets tegen elkaar gezegd hebben tijdens die bange uren die volgden. Ik lag in mijn bed, voor me uitstarend, en mijn man zat kotsmisselijk en met ongelooflijke hoofdpijn naast me, samen hand in hand.  Niet beseffend wat er aan het gebeuren was, in welke nachtmerrie we terechtgekomen waren. In de kamer naast ons hoorde ik continu een alarm. Ik probeerde mezelf nog te sussen door te denken dat er waarschijnlijk ook veel valse alarmen tussen zaten. De informatie die we kregen, kwam maar met mondjesmate. Er was sprake van een klaplong, waarop ik nog dacht “ok, een klaplong, vreemd, maar hier kunnen ze iets aan doen…”, even later waren het twee klaplongen. Nog later in de namiddag hoorden we dat er een tweede ambulance naar ons ziekenhuis zou rijden met extra ondersteuning om ons kindje daarna naar het ziekenhuis van Brugge te transfereren. Ik weet nog dat ik het al een hele stap vond dat we zouden moeten veranderen van ziekenhuis en alle mensen dus naar Brugge op bezoek zouden moeten komen. Ongelooflijk dat ik op zo’n moment me nog over zulke onbenullige zaken zorgen kon maken. Het was letterlijk om gek te worden, daar met zijn tweetjes in de verloskamer die nog overhoop lag van mijn bevalling. Nu en dan kwam er een verpleegkundige binnen om te checken hoe het met ons ging, waarop we hen telkens doorstuurden naar Lucie haar kamer, want we wilden weten hoe het daar ging. Niemand kwam terug. Ik dacht toen echt dat ik helemaal zou doordraaien. We hebben toen zelf op de alarmbel geduwd tot er een verpleegkundige kwam en hebben geëisd dat er iemand ons  uitleg zou komen geven. “Ze komen allemaal kijken hoe het met ons gaat en beloven om te gaan kijken bij Lucie en terug te komen, maar ze blijven allemaal weg”, zei ik hysterisch.

Verder gebeurde er niet veel bij ons in de kamer. De studente kwam nog bij mij om wat moedermelk af te kolven. Dit wilde ik absoluut. Als het niet op de romantische manier kon, moest het dan maar zo. Ik was zo overtuigd om borstvoeding te geven. Er werd uiteindelijk ook nog een vrouw van het crisisteam opgebeld om ons gezelschap te komen houden. Ik weet niet meer precies wat we allemaal besproken hebben met haar, maar de tijd ging zo wel wat sneller voorbij. Het was ook zij die de allereerste foto’s genomen heeft van ons dochtertje. In de dagen erna was ik onafscheidelijk van deze foto’s. Doordat mijn brein eigenlijk totaal niet meer werkte, vergat ik continu waar ik de foto’s had achtergelaten en vroeg ik steeds in paniek aan iedereen waar ze lagen. Ik was als de dood om ze kwijt te raken, alsof die foto’s effectief mijn baby waren. Nu, negen maanden later, loop ik nog steeds met deze foto’s in mijn handtas rond.

Volgende keer vertel ik over het moment waarop we onze prachtige Lucie voor het eerst “echt” konden zien. Het moment waarop we zowel probeerden te beseffen dat dit echt het wondertje was dat we samen met ons tweetjes gecreeërd hadden als waarop we eigenlijk alweer afscheid moesten nemen, want het transport naar het andere ziekenhuis was zo gevaarlijk voor haar…

3 gedachtes over “From heaven to hell

  1. Zo ontroerend allemaal wat jullie in de uren na de bevalling hebben meegemaakt wat een helse tijd en strijd maar gelukkig kun je het nu van jou afschrijven dat terwijl Lucie dicht bij jou ligt

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie