Into the wild: UZ Leuven

In het gigantische ziekenhuisdoolhof van het UZ in Leuven vonden we uiteindelijk de afdeling waar Lucie was opgenomen. Op de weg ernaartoe hadden verschillende mensen ons de weg gewezen, sommigen waren zelfs op de hoogte van het kindje Lucie dat doorgestuurd was en de ouders die de weg zouden komen vragen. Allemaal keken ze naar ons met een blik van medelijden en medeleven. Al kon er waarschijnlijk niemand zich inbeelden hoe we ons op dat moment voelden. Een hart verlamd van angst, verscheurd door verdriet.Lees meer »

Be safe, little one. You are so loved.

Voor de tweede keer in amper 24 uur tijd moesten we ‘afscheid’ nemen van ons kindje. De pijn die ik toen voelde, snijdt op onverwachte momenten nog steeds door heel mijn lijf. De enige troost die ik op dat moment vond, was het feit dat het opnieuw dezelfde dokter zou zijn die met haar mee zou gaan. Ik zag dat ook hij het moeilijk kreeg tijdens ons afscheid. Voor we het wisten, liepen we als in een soort van stoet de afdeling uit, door de glazen deuren, gang in, gang uit, naar de lift die Lucie in haar couveuse naar beneden zou brengen, richting ambulance. Hier bleven Jens en ik achter. Met een laatste blik op Lucie haar coconnetje gingen de deuren van de lift onverbiddelijk dicht. We bleven als twee compleet verslagen mensen achter.Lees meer »

There’s only one way to save her. Maybe.

En toen beseften we het. Dit was echt. Dit was serieus. Dit was geen film, maar werkelijkheid. Ons dochtertje was alles aan het geven wat ze maar had in haar kleine lijfje om te overleven. De dokters deden alles om haar te helpen, maar beetje bij beetje leek ze van ons weg te glijden… Ongelooflijk dat dit ons overkwam. Geen ver-van-mijn-bed show, maar pure realiteit, angstaanjagend en verstikkend.Lees meer »

Just breathe…

Een witte, koude gang met felle lichten. Mensen die heen en weer liepen, bezig met de normale gang van zaken. Mijn brancard kwam tot stilstand, de ambulancier verdween even uit het zicht. Mijn man plofte zich in de dichtstbijzijnde stoel neer. Kapot en gebroken, misselijk. Misselijkmakende hoofdpijn. En ik, ik voelde mij nog steeds opgesloten, daar op die brancard. Ik wilde daar zo snel mogelijk weg, naar Lucie toe. Weg uit die kille gang van de spoedafdeling, met vreemde mensen die geen benul hadden van wat er ons net overkomen was. Die absoluut niet konden weten dat enkele verdiepingen hoger ons kindje, ons pasgeboren, fragiele kindje, aan het vechten was voor haar leven. Mensen staarden ons aan alsof we aliens waren. We moeten er verschrikkelijk uitgezien hebben.Lees meer »

Purple salvation

Eindelijk werd Lucie terug bij ons gebracht. Ze werd de kamer ingereden in een gigantische couveuse op wieltjes en eindelijk konden we haar bewonderen. Duizelig ging ik op mijn knieën aan het voeteneind van mijn bed zitten, met mijn neus tegen het glas. Ik voelde hoe ik een heleboel bloed verloor en de lakens kleurden rood, maar het kon mij gestolen worden. Misschien raar, maar omgeven door al die kabeltjes en buisjes, was het voor mij erg moeilijk om te geloven dat dit echt mijn baby was. Ze leek zoveel meer mijn kindje toen ze die paar seconden op mijn borst gelegen had. Maar wat was ze mooi en lief… Later zouden Jens en ik lachend tegen elkaar zeggen: “Dat hebben we toch goed gedaan hé, wie had dat ooit gedacht!”.Lees meer »

From heaven to hell

Ik wist meteen dat er iets niet klopte. Nog voor ik mijn kersverse baby kon beginnen bewonderen, was er iets in mij die voelde dat er iets mis was. Ik weet nog dat ik wilde zeggen “Nee, er klopt iets niet…”, maar voor ik deze woorden kon uitspreken werd Lucie van me weggetrokken door mijn vroedvrouw. Het zou vier weken duren voor ik mijn dochtertje weer zo dicht bij mij kon nemen…Lees meer »

The end and the beginning of our world

Donderdag 7 december 2017, toevallig ook de dag waarop mijn zus en mijn schoonmoeder jarig zijn. In het holst van de nacht vertrokken we naar het ziekenhuis om ons kleintje te gaan verwelkomen. We waren verrassend rustig. Terwijl ik in de zetel een paar weeën aan het opvangen was, pakte Jens nog de laatste spullen in. Ik was zo blij. Mijn bevalling was toch nog spontaan begonnen en ein-de-lijk zouden we ons kindje ontmoeten. Nog even doorbijten en het zou allemaal voorbij zijn. Zittend in die zetel besefte ik maar al te goed dat de volgende keer dat ik daar zou zitten, samen met ons dochtertje zou zijn. Ik riep Jens nog even bij mij en zei hem, met tranen in mijn ogen: “Wat er ook gebeurt, we gaan er samen door hé…?”. Geen idee waarom ik dit zei. Zouden voorgevoelens echt bestaan?Lees meer »

Before Lucie was born…

Toen Lucie nog niet geboren was… die tijd lijkt al een eeuwigheid geleden. Het is zelfs alsof het een totaal ander leven is, zo erg verschilt het van het leven dat we momenteel leiden. Jens en ik zijn al ééuwen samen, en in 2016 trouwden we. We waren perfect gelukkig, misschien wel té gelukkig, denk ik nu soms. Tijdens onze huwelijksreis droomden we volop van het leven dat we samen tegemoet zouden gaan. Een groot (ik wilde vier kinderen, Jens twee, maar de onderhandelingen waren nog gaande ;)), gezellig gezin, dat wilden we. Beide hadden we een leuke job, ik als kinderverpleegkundige op een kinderafdeling voor kinderen van 0 tot 15 jaar en met de beste collega’s ooit, Jens als programmeur voor het ontwikkelen van software voor allerhande bedrijven. We vonden ons werk belangrijk, maar wisten toen al dat ons gezin altijd op de eerste plaats zou komen en we beide geen ambitie hadden om een grote carrière uit te bouwen. Geen extravagante dromen, dacht ik toen.Lees meer »